Straatgeveltuintjes

De stad moedigt straatgeveltuintjes in de straten en aan voetpaden binnen onze kernen aan. Een geveltuin fleurt niet alleen je voorgevel op, maar ook de straat én de mensen. Elk geveltuintje is een kleine ingreep op zich.

De stad voorziet in de mogelijkheid om straatgeveltuintjes aan te leggen. Hiertoe dien je een aanvraag in te dienen bij de dienst Leefmilieu van de stad. Bovendien kan je voor de aanleg van het straatgeveltuintje een premie bekomen. 

Premie

De premie voor een straatgeveltuintje bedraagt 15 euro per minimumbreedte van 30 cm (één stoeptegel). Per bijkomende 30 cm aan straatgeveltuintje stijgt het subsidiebedrag met 5 euro.

Voordelen

Straatgeveltuintjes zijn mooi om naar te kijken, hebben een positieve impact op het klimaat en kunnen dienen als buffer tegen regenwater. Gevelgroen verzwakt het hitte-eilandeffect. Bladrijke planten verdampen veel water. Ze zorgen ervoor dat de straat koeler is. Ook de gevel achter de klimplanten warmt minder snel op en geeft ’s nachts minder warmte af.

Wie ?

Iedere inwoner met een voorgevel die grenst tegen het openbare domein (voetpad) kan zelf een geveltuintje aanleggen. 

Als er op het voetpad voldoende ruimte overblijft om voorbijgangers vlot te laten passeren, krijg je de toelating van de stad voor de aanleg van een straatgeveltuintje. Voor de veiligheid en toegan­kelijkheid moet er een doorgang van 1,20 meter stoep­breedte overblijven.

Procedure

Wil je een toelating en premie voor de aanleg? Onderaan de webpagina kan je het aanvraagformulier downloaden. Het ingevulde formulier kan je indienen bij de dienst Leefmilieu.

Regelgeving

Hoe leg je het aan?

  • Het voetpad dient een minimale breedte te hebben van 150 cm. Het uitbreken van de verharding van het voetpad mag enkel gebeuren over een breedte van maximaal 30 cm vanaf de voorgevellijn. Nadat je de toelating hebt gekregen van de stad, halen de stadsdiensten de verharding voor jou uit. Er worden hiervoor geen kosten aangerekend. De gezamenlijke maximale lengte bedraagt 150 cm.
  • Het door jou aangelegde straatgeveltuintje blijft minimaal 30 cm verwijderd van de scheidingslijn met de buren, tenzij de buren akkoord gaan om daarvan af te wijken.
  • Wees voorzichtig bij het uitgraven van de plantzone en voorkom schade aan leidingen en kabels. Niet alle nutsleidingen liggen steeds op de plaats waar deze dienden te worden voorzien. Twijfel je over de aanwezigheid van nutsleidingen, win dan informatie in bij de nutsbedrijven.
  • De funderingsresten graaf je zelf uit tot een maximale diepte van 50 cm. Je plaatst hierbij afboordingen (boordsteen of ander duurzaam materiaal) zodat de omliggende tegels of klinkers blijven vastliggen.
  • In het plantgat leg je een antiworteldoek. Het plantgat vul je met teelaarde en eventueel compost.

Welke planten kies je ?

De gevelbeplanting moet aangepast zijn. Stekelige of doornige en/of breed uitgroeiende planten vermijd je best. De gevelbeplanting moet je indien nodig geleiden tegen de gevel. De volgende plantensoorten hebben de voorkeur:

  1. Klimplanten:
    • Klimrozen (Rosa variëteiten)
    • Passiebloem (Passiflora)
    • Kamperfoelie (Lonicera var.)
    • Schijnaugurk of Akebia (Akebia quinata)
    • Sterjasmijn (Trachelospermum jasminoides)
    • Klimhortensia (Hydrangea anomala Petiolaris)
    • Blauwe regen (Wisteria sinensis en sinensis var.)
    • Bosrankvariëteiten (Clematis)
    • ...
  2. Bodembedekkers: ook een bodembedekker mag je als ondergroei plaatsen. Op deze manier houd je jouw straatgeveltuintje makkelijker rein.
  3. Opbrengstplanten: je mag ook fruitsoorten planten zoals druivelaar (Vitis vinifera).

Onderhoud

Zorg er steeds voor dat alle voorzieningen van openbaar nut zoals straatnaamborden, verlichtingspalen en pictogrammen zichtbaar en bereikbaar blijven. Ook de verharding rond het straatgeveltuintje mag geen gevaar of hinder opleveren voor voetgangers of verkeer. Zorg er ook voor dat je nodige snoei periodiek uitvoert. Je staat zelf in voor het onderhoud en het verwijderen van het groenafval afkomstig uit je straatgeveltuintje. Gebruik geen herbiciden of andere bestrijdingsmiddelen. Op het openbare domein is het gebruik hiervan verboden.

Meer info

Neem contact op met de milieudienst via milieudienst@aarschot.be of via het nummer 016 55 03 82.

Bent u tevreden met de info op deze pagina?